Routine Outcome Monitoring (ROM)
Verantwoording
ROM staat voor Routine Outcome Monitoring: het monitoren van uitkomsten. De term wordt in Nederland voor twee dingen gebruikt: het meten en terugkoppelen van behandeluitkomsten bij individuele patiënten in de behandelkamer (met als doel de lopende behandeling bij te sturen) en het meten en terugkoppelen van behandeluitkomst over groepen patiënten, ten behoeve van kwaliteitsmanagement.
Meer bronnen over ROM
- Routine outcome monitoring and feedback in psychological therapies (2023)
Kim de Jong, Jaime Delgadillo en Michael Barkham delen hun kennis, inzichten en ervaringen, opgedaan in de praktijk en in wetenschappelijk onderzoek. Het boek geeft talloze praktische en concrete handvatten over hoe therapeuten feedback kunnen gebruiken om behandelbeslissingen te informeren en, uiteindelijk, de uitkomsten voor de cliënten in de ggz te verbeteren. Bekijk ook de video's die bij het boek horen, via deze link.
- Vijftien vragen over ... ROM (2022)
De VGCt zette de belangrijkste vragen (en antwoorden) over ROM op een rijtje.
- Themanummer ROM van het Tijdschrift voor Psychotherapie (2020 - inloggen vereist)
- Snel succes met ROM - een leidraad voor professionals in de GGZ (2017)
Dit boek helpt professionals om Routine Outcome Monitoring (ROM) op een effectieve manier in te zetten. Het laat zien hoe je met behulp van ROM tot betere én kortere behandelingen komt, iets waar elke cliënt recht op heeft. Het boek is gratis te downloaden via de link.
- Behandeluitkomsten - bron voor kwaliteitsbeleid in de GGZ (2017)
Sommige ggz-aanbieders behalen betere behandeluitkomsten dan andere. We kunnen dus wat van elkaar leren. Transparantie over behandeluitkomsten is daarvoor essentieel. Patiënten die behoefte hebben aan keuze-informatie, zorgverzekeraars die optimale kwaliteit wensen tegen acceptabele kosten en hulpverleners die van elkaar willen leren, hebben daar allemaal baat bij.
Actuele Nederlandse wetenschappelijke publicaties over ROM (2022 - 2023)
- Samen beslissen in de ggz; onderzoek naar toegevoegde waarde voor patiënten en behandelaars
- The results of clinician-focused implementation strategies on uptake and outcomes of Measurement-Based Care (MBC) in general mental health care
- Exploring therapist characteristics as potential moderators of the effects of client feedback on treatment outcome
- Patients' and Psychologists' Preferences for Feedback Reports on Expected Mental Health Treatment Outcomes: A Discrete-Choice Experiment
- Impact of COVID-19 social distancing measures on routine mental health care provision and treatment outcome for common mental disorders in the Netherlands
ROM in de behandelkamer
Met ROM in de behandelkamer wordt het monitoren van uitkomsten op individueel patiëntniveau, met als doelstelling het eventueel bijsturen van die behandeling bedoeld. Dat betekent: voortzetten, stoppen, switchen, opschalen, afschalen, afhankelijk van waar de resultaten van de vragenlijsten én feedback aan en van de cliënt aanleiding toe geeft. Monitoring houdt dus in: frequent meten (elke sessie, elke paar weken of minstens elke paar maanden), terugkoppelen in de behandelmaker én bijsturen.
Video's over ROM
- Video's met Kim de Jong, Jaime Delgadillo en Michael Barkham behorend bij het boek 'Routine Outcome Monitoring and Feedback in Psychological Therapies'
- Video met twee voorbeelden over hoe ROM te introduceren
- PsyFlix: Behandeluitkomsten verbeteren met ROM en feedback (account en inloggen vereist)
- Diverse video's over ROM en Samen Beslissen (SynQuest)
- ROM bij ProPersona
- ROM: nut voor client en behandelaar (GGZ Nederland)
- Het gebruik van ROM in de behandeling (SynQuest)
- I Need To Know (INKT) - interactieve tool van GGzE om uitkomsten te bespreken voor jongeren
- Routine Outcome Monitoring (ROM): A great tool but people aren’t silicon! (webinar van Chris Evans, 90 minuten)
> wat beoogt ROM te bereiken?
Hulpverleners willen hun patiënten beter maken. Dat lukt gelukkig vaak. Maar als het niet dreigt te lukken, wil je daar als hulpverlener goed op kunnen reageren. Het blijkt niet gemakkelijk om patiënten die niet goed reageren op de behandeling te herkennen. Het routinematig meten van uitkomsten kan daarbij helpen: met een vragenlijst of een observatieschaal gaan hulpverlener en cliënt op een gestructureerde manier na of de behandeling leidt tot het beoogde doel.
Dat Routine Outcome Monitoring (ROM) in een notendop, en dat leidt niet alleen tot een betere herkenning van patiënten die niet reageren op de behandeling, maar draagt ook bij aan transparantie over de zorg, het versterken van de autonomie van de patiënt én het helpt bij gezamenlijke besluitvorming over de behandeling. Samen zorgt dat voor effectieve behandelingen.
Meer lezen over doelen en effecten van ROM
- Using progress feedback to improve outcomes and reduce drop-out, treatment duration, and deterioration: A multilevel meta-analysis (2021, Clinical Psychology Review)
- Geen maatwerk zonder meetwerk (2020, Tijdschrift voor Psychotherapie - inloggen vereist)
- The effects of routine outcome monitoring (ROM) on therapy outcomes in the course of an implementation process: A randomized clinical trial (2018, Journal of Counseling Psychology)
- Collecting and delivering progress feedback: A meta-analysis of routine outcome monitoring (2018, Psychotherapy)
- ROM als tomtom: als routine outcome monitoring echt routine zou zijn (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Routine use of patient reported outcome measures (PROMs) for improving treatment of common mental health disorders in adults (2016, The Cochrane Database of Systematic Reviews)
- Empirisch onderbouwde therapie en therapist drift (2014, Tijdschrift voor gedragstherapie en cognitieve therapie)
- Presentatie Kim de Jong - A chance for change: Building an outcome monitoring feedback system for outpatient mental health (90 minuten, 2013)
> wat wordt gemonitord bij ROM?
ROM staat voor het routinematig monitoren van uitkomsten. Voor de hand ligt, met name in de curatieve psychiatrie om bij angstbehandelingen de afname van het angstniveau te monitoren, bij depressiebehandelingen de depressieklachten, en bij behandelingen in de verslavingszorg de afname van het middelengebruik te meten. Men spreekt daarbij over ‘primaire uitkomsten: datgene wat de behandeling beoogt te bewerkstelligen wordt geëvalueerd, en op basis daarvan wordt bekeken of de behandeling daarvoor werkzaam is. Dat hoeft overigens niet altijd het verdwijnen van de stoornis of de afname van de psychische klachten te zijn. Er zijn in de ggz genoeg behandelingen die zich op wat anders richten dan de klachten die bij de specifieke aandoening horen. Bij ernstige psychiatrische aandoeningen, (ook wel de EPA genoemd) waar de aandoening vaak chronisch is, gaat de aandacht vooral uit naar het functioneren op verschillende levensgebieden en het stabiliseren van psychische klachten. Naar iets anders, of breder dan naar het verdwijnen van de stoornis kijken, kan ook belangrijk zijn bij hulpverlening aan cliënten met minder chronische aandoeningen.
Meer lezen over uitkomstmaten en vragenlijsten
- The use of borderline personality disorder severity index-iv feedback in adjusting borderline personality disorder treatment: therapists and patients perspectives (2022, BMC Psychiatry)
- From statistics to clinics: the visual feedback of PROMIS® CATs (2021, J Patient Rep Outcomes).
- Leveraging the Power of Nondisruptive Technologies to Optimize Mental Health Treatment: Case Study (2020, JMIR Mental Health)
- Meetresultaten interpreteren in de klinische psychologie. Een aantal voorstellen (2019, De Psycholoog - inloggen vereist)
- ROM in de ggz: behandeluitkomsten met specifieke en generieke instrumenten bij patiënten met angststoornissen; een cohortonderzoek (2018, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Het meten van herstel: Maakt de I.ROC de verwachtingen waar? (2018, presentatie GGz Breburg)
> welke ROM methodieken zijn er?
Er is een grofweg een tweetal specifieke ROM-methodieken, allen in het buitenland ontwikkeld:
- Het door Lambert ontwikkelde OQ-systeem (waarbij gebruik wordt gemaakt van de Outocme Questionnaire een vragenlijst van 45 items) is gericht op het voorkomen van 'treatment failures': door het wekelijks invullen van OQ-45 wordt behandelvoortgang bijgehouden. Als de voortgang niet is zoals verwacht, dan kunnen er zogenaamde Clinical Support Tools ingezet worden, waarmee de behandelrelatie, de sociale ondersteuning, motivatie en negatieve gebeurtenissen in kaart worden gebracht. Op basis daarvan worden er suggesties voor de verdere aanpak gedaan.
- Het PCOMS systeem, waarbij cliënten elke sessie de Outome Rating Scale (vier algemene vragen over functioneren) en de Session Rating Scale (vier vragen over de sessie zelf, waaronder de behandelrelatie) invullen. Therapeut en cliënt ontvangen elke sessie feedback over de uitkomsten en de beoordeling van de sessie, waarbij er -net zoals in het OQ-systeem- een signaal wordt afgegeven als de voortgang minder goed dan verwacht is. In Nederland is het PCOMS systeem bekend onder de naam Feebdakc Infored Treatment (FIT).
Meer over het FIT en OQ-systeem
- Progress Feedback and the OQ-System: The Past and the Future
- The effect of using the Partners for Change Outcome Management System as feedback tool in psychotherapy-A systematic review and meta-analysis (2018, Psychotherapy Research)
- Uitleg en frequently asked questions over de OQ-45 (in Nederland)
- Feedback Informed Treatment in de jeugd- en opvoedhulp
- Systematic client feedback to brief therapy in basic mental healthcare: study protocol for a four-centre clinical trial (2019, BMJ Open)
- Does progress feedback enhance the outcome of group psychotherapy? (2018, Psychotherapy)
Nederlands onderzoek met FIT of OQ systeem
> feedback
Feedback van behandeluitkomsten is uiteraard belangrijk. Alleen dan kan er op gestuurd word worden in de behandelkamer. Het meest essentieel is feedback van de resultaten aan de behandelaar als het gaat om de effectiviteit van ROM. Over de toegeveogde waarde van feeedback aan de client (bovenop de feebdack aan de hulpverlener) is voor de effectiviteit van ROM wisselend bewijs gevonden. Opmerking over de onderzoeken daarover is dat het vaak onduidelijk is over hoe de feedback aan cliënten wordt gedaan. Vanuit een ander oogpunt is het geven van feedback wel van belang: het draagt bij aan de juiste informatievoorziening aan cliënten en aan gedeelde besluitvorming. Manieren om ROM terug te koppelen en in te zetten in de behandelstrategie zijn het oplossingsgerichte gesprek en motiverende gespreksvoering. Ontvangers van feedback hebben zo hun voorkeuren. Vooral behandelaars met een voorkeurvoor externe feedback en behandelaars die de feedback als valide ervoeren, hebben een positieve houding ten opzichte van ROM.
Een ander punt dat speelt bij feedback zijn de verschillende meetschalen van de gebruikte meetinstrumenten. Het resultaat op de Beck Depression Inventory wordt bijvoorbeeld uitgedrukt op een schaal van 0 tot 63 (de somscore van 21 items met antwoordmogelijkheden van 0 tot 3). De totaal score op de Brief Symptom Inventory wordt uitgedrukt op een schaal van 0 tot 4 (de gemiddelde score op 53 items met antwoordmogelijkheden van 0 tot 4). Dit komt een gemakkelijke interpretatie van resultaten niet ten goede en maakt het lastiger om uit te leggen aan cliënten wat hun resultaten betekenen. Recent is gepleit voor het gebruik van een generieke meetschaal, de T-score, die direct weergeeft hoe uitzonderlijk een test-resultaat is (zie de links hierinder).
Meer lezen over feedback
- Common measures or common metrics? A plea to harmonize measurement results (2022, Clinical Psychology & Psychotherapy)
- A Common Measurement Scale for Self-Report Instruments in Mental Health Care: T Scores With a Normal Distribution (2022, PsychArchives)
- Uitkomsten terugkoppelen met motiverende gespreksvoering (hoofdstuk 11)
- Handreiking SQ48 interpreteren en terugkoppelen (SynQuest)
- Handreiking MANSA interpreteren en terugkoppelen (SynQuest)
ROM voor kwaliteitsmanagement
Lees hier meer over het gebruik en leren van behandeluitkomsten over groepen patiënten, ten behoeve van kwaliteitsmanagement en onderzoek. Dat behelst het monitoren van uitkomsten bij groepen patiënten, om ervan te leren. Uit groepsgegevens kan je informatie halen over de behandeluitkomst die is bereikt in je eigen caseload, wat is bereikt door het team waar je onderdeel van uitmaakt, of van de gehele instelling. De informatie kan ook worden gebruikt voor het kwaliteitsbeleid binnen een instelling, om patiënten te informeren over wat met behandeling bereikt kan worden en ter verantwoording bij de overheid of de financier van de zorg (zorgverzekeraar). Ten slotte kun je met groepsgegevens wetenschappelijk onderzoek doen. Naarmate de potentiele gevolgen van gebruik van de gegevens ingrijpender zijn (keuze informatie voor de patiënt, inkoopinformatie voor de verzekeraar) worden hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van de uitkomstgegevens en is er meer controverse over de vraag of ROM-data hiervoor gebruikt zouden moeten worden.
Video's en publicaties over ROM en kwaliteitsmanagement
- Erik de Groot, projectleider werkgroep Angst en depressies: “Het vergelijken is geen doel …” (2020 - website Volante)
- Donald Berwick over leren en transparantie: it is time to turn the lights on
- Red ROM als kwaliteitsinstrument (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- ROM en benchmarken. Een voorbeeld van een geïntegreerde aanpak (2015, Directieve therapie)
> toepassingen
Hoe verhouden uitkomstenmanagement, benchmarken en verantwoorden zich nu tot elkaar? In onderstaand paper wordt uiteengezet dat klinisch beleid, maatschappelijke verantwoording, onderzoeken, uitkomstbekostiging, keuze-informatie voor patiënten en benchmarken allen activiteiten zijn die zowel een andere manier van terugkoppeling van data vergen als verschillende eisen stellen aan de validiteit van de onderliggende data.
Benchmarken wordt vaak verward met vergelijken of afrekenen, maar in de kern van de zaak houdt benchmarken in dat men eigen uitkomsten of andere resultaten vergelijkt met een norm (bijvoorbeeld het landelijk gemiddelde), dat men probeert te duiden waarom eigen resultaten verschillen van de norm ('Krijg ik andere patiënten voor behandeling?', of: 'Bied ik state-of-the-art of evidence-based behandeling?', en probeert de behandeluitkomsten te verbeteren door ervan te leren.
> onderzoek met ROM gegevens
Met ROM gegevens is observationeel onderzoek mogelijk naar uitkomsten van behandeling in de GGZ en determinanten van die uitkomsten, zoals patiënt- en therapeutfactoren, procesvariabelen (aard en intensiteit van de behandeling, therapeutische relatie) en structuurfactoren (zorg-echelon, de 'cultuur van de instelling', vrijgevestigde behandelaars).
Voorbeelden van onderzoek met ROM-gegevens
- The relationship between having a job and the outcome of brief therapy in patients with common mental disorders
In een studie op basis van data van 14.000 cliënten van een Nederlandse (basis-)GGz instelling is onderzocht of het hebben van een baan samenhing met uitkomsten van een behandeling. Uitkomsten werden vastgesteld met de OQ-45. Het hebben van een baan hing samen met een giunstiger behandeluitkomst, ook als gecontroleerd werd voor een aantal variabelen zoals behandelduur en -internsiteit. Het bleek dat deze samenhang er niet was voor cliënten boven de 60 jaar oud. De bevindingen uit dit onderzoek onderstrepen het belang van het aangaan van een gesprek met cliënten over werk en het meenemen van het werk van cliënten tijdens de behandeling.
- Een ROM-studie van de Guideline-Informed Treatment for Personality Disorders in vier behandelcentra (2023, Tijdschrift voor Psychiatrie)
In een observationele studie onder mensen met een persoonlijkheidsstoornis is op basis van ROM-data gekeken naar verbeteringen van symptoomlast (BSI/OQ-45) en persoonlijkheidsfunctioneren (SIPP-SF). Alle instellingen gebruikten de Guideline-Informed Treatment for Personality Disorders (GIT-PD), een behandelkader waarmee de zorg voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis verbeterd kan worden. In elk van de instellingen werden zowel voor symptoomlast als persoonlijkheidsfunctioneren significante verbeteringen geobserveerd.
- Afname van depressie en de uitkomst bij de behandeling van angststoornis – een observationele studie van ROM-data (2020, Tijdschrift voor Psychiatrie)
Retrospectieve studie met gegevens uit routine outcome monitoring over de periode 2012-2017. Bij iets minder dan de helft van de patiënten in het zorgprogramma angststoornissen was sprake van een comorbide depressieve stoornis. Traag of niet afnemen van de depressieve symptomen lijkt geassocieerd met een slechter behandelresultaat op de angstklachten.
- Childhood sexual abuse predicts treatment outcome in conversion disorder/functional neurological disorder. An observational longitudinal study (2020, Brain and Behavior)
Aan de hand van ROM data werden trauma, stress en andere predictieve factoren onderzocht op hun samenhnag met behandeluitkomsten voor een conversiestoornis/functionele neurologische stoornis. Seksueel misbruik in de kindertijd hing samen met minder gunstige behandeluitkomst.
- Symptomatic and Functional Remission in Young Adults with a Psychotic Disorder in a Rehabilitation Focused Team (2020, Community Mental Health Journal)
ROM-data van 287 jongvolwassenen met eenpsychotische stoornis lieten zien dat 40% symptomatische remissie bereikte, 34% functionele remissie en 26% beide.
> t-scores en delta-t
In de GGZ worden veel verschillende meetinstrumenten gebruikt met elk een eigen meetschaal. Het vereist kennis van het specifieke meetinstrument om de hoogte van een score of verandering in score goed te kunnen duiden. Drie vergelijkbare instrumenten, de BSI, de OQ-45-Symptomatic Distress en de SQ-48, leveren een score met respectievelijk een maximum bereik van 4, 100 en 148. Dit komt de uitwisseling van informatie tussen onderzoekers of professionals onderling of tussen behandelaars en patiënten niet ten goede. Daarom is de T-Score voorgesteld als uniforme maat om vragenlijst scores naar te transformeren. De T-score loopt van 0-100.
Delta T is het verschil tussen de T-score voor en na de behandeling. Bij een individuele patiënt is het een maat voor het resultaat dat bereikt is over de tijd; bij gegevens over een groep patiënten is DeltaT het gemiddelde resultaat dat is bereikt bij deze groep. Inmiddels weten we dat bij veelvoorkomende stoornissen, zoals depressie en angst, gemiddeld een DeltaT van rond de 10.0 wordt bereikt. Bij persoonlijkheidsstoornissen is de DeltaT lager, bijvoorbeeld 5.0.
Een van de voorwaarden van Delta T als indicator van de kwaliteit van psychiatrische zorg is dat deze betrouwbaar is: de maat moet een stabiele meting geven wanneer de kwaliteit niet of weinig verandert.
Meer over T-scores en delta-T
- Common measures or common metrics? A plea to harmonize measurement results (2022, Clinical Psychology & Psychotherapy) [ 7 ONLANGS AANGEPAST ]
- A Common Measurement Scale for Self-Report Instruments in Mental Health Care: T Scores With a Normal Distribution (2022, European Journal of Psychological Assessment) [ 7 ONLANGS AANGEPAST ]
- De genormaliseerde T-score (2010, Maandblad Geestelijke volksgezondheid)
- De betrouwbaarheid van Delta-T (2018, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Meetresultaten interpreteren in de klinische psychologie (2019, de Psycholoog - inlog vereist)
> methodologische uitdagingen
Bij de analyse van geaggregeerde ROM gegevens spelen een aantal methodologische uitdagingen, die algemeen gelden voor gegevens die met observationeel onderzoek zijn verkregen.
Confounding/casemix correctie
Voor een 'eerlijke' vergelijking van behandeluitkomsten tussen instellingen, tussen teams of individuele behandelaars moet er rekening gehouden worden met achtergrondvariabelen of klinische factoren die van invloed zijn op de behandeluitkomst. Men vat dat ook wel samen als de kenmerken van de casemix van een instelling, team of behandelaar. Statistisch rekening houden met deze kenmerken heet casemix correctie.Instrumentatie
Dit is de invloed van de keuze van meetmomenten en meetinstrumenten op de gemeten behandeluitkomst. Variatie in meetmomenten en meetinstrumenten levert potentieel ruis op in de uitkomstgegevens.Representativiteit
Het is gebleken dat het voor veel instellingen al een forse inspanning vergt om van 50% van hun behandelingen meetgegevens te krijgen. Een vraag die dan onmiddellijk opdoemt is hoe representatief bevindingen zijn voor de hele populatie van alle behandelde patiënten. De representativiteit loopt vooral gevaar als er gegevens systematisch ontbreken: als er bv. van een specifieke groep cliënten geen uitkomsten bekend zijn – bijvoorbeeld patiënten die moeite hebben met lezen, of er zijn van een bepaalde locatie geen uitkomsten bekend zijn. Als er een verband is met uitkomsten (bijvoorbeeld als patiënten die moeilijk lezen minder vaak een gunstige uitkomst hebben), dan leidt dit tot een vertekening van gegevens.Meer over confounding
- Video met uitleg over confounding (8 min.)
- Comorbiditeit op As I en outcome (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Observationele pilot study: klachtniveau bij aanvang behandeling is belangrijkste voorspeller van behandeluitkomst bij angst en depressie (2016, Tijdschrift voor GZ-psychologie)
Meer over instrumentatie
- Measuring treatment outcome in patients with anxiety disorders: A comparison of the responsiveness of generic and disorder-specific instruments (2019, Journal of anxiety disorders)
- Het meten van verandering tijdens behandeling voor eetstoornissen: Een vergelijking van twee algemene en specifieke vragenlijsten (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Routine outcome monitoring bij de behandeling van angststoornissen: diagnosespecifieke versus generieke meetinstrumenten (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Meetvariatie als bron van bias bij het benchmarken met verschillende ROM-instrumenten (2016, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Vooruitgang in de behandeling meten: Een vergelijking van vragenlijsten voor zelfrapportage (2012, Maandblad Geestelijke Volksgezondheid)
Meer over representativiteit
> VBHC en ICHOM
Value Based Health Care (VHBC) of waardegerichte zorg is een beweging in de gezondheidszorg die is geïnitieerd door een hoogleraar van de Harvard Business School, Michael Porter. De drie voornaamste uitgangspunten zijn: (1) de waarde van zorg is de uitkomst volgens de patiënt (te meten met PROMs en PREMs, in de GGZ met ROM en Consumer Quality Indices, CQI’s), (2) de uitkomst moet bezien worden in verhouding tot de kosten; (3) de focus in de zorg moet liggen op het zo goed mogelijk doen en niet op zoveel mogelijk doen. Primair doel van zorg is zoveel mogelijk gezondheidswinst voor de patiënt genereren tegen zo laag mogelijke kosten. De belangrijkste indicator van kwaliteit van geleverde zorg is dan ook waarde gedeeld door de kosten.
In de GGZ is het VHBC gedachtengoed opgepakt door Volante, een samenwerkingverband van vier zorgaanbieders (Dimence, GGZ-Eindhoven, GGZ-Noord-Holland Noord en Lentis) die op twee aandoeningsgebieden (depressie en acute psychiatrie) ervaringen met elkaar delen.
ICHOM (International Consortium for Health Outcomes Measurement) is voortgekomen uit Value Based Health Care. ICHOM is opgezet om internationale standaarden te realiseren voor het meten van behandeluitkomsten in de gezondheidszorg. Hiertoe worden door werkgroepen per aandoeningsgebied (bv. borstkanker, longkanker, depressie) 'standaardsets' opgesteld, die bestaan uit meetinstrumenten, casemix correctie factoren, en aanbevelingen over de meetfrequentie. Voor de psychiatrie zijn er standaardsets gemaakt voor depressie, angststoornissen, en dementie. Voor psychotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen zijn ze in ontwikkeling.
Meer over VBHC en ICHOM
- Volante website (Nederlands VBHC-initiatief in de ggz)
- Het Linnean initiatief: Nederlands VBHC werkgroep voor de gehele zorg
- TED-talk (13 min.) met uitleg over VBHC (Stephan Larsson; Karolinska Institute, Zweden en Boston Consulting Group)
- Video (12 minuten) met uitleg van Michael Porter (Harvard University) over ICHOM
- Standaardstes van ICHOM
Instrumenten
Hieronder volgt een korte behandeling van een aantal relevante opties of keuzes bij het samenstellen van een set van ROM-instrumenten.
> te meten concepten
Er is een breed scala aan aspecten waarop een behandeling van invloed kan zijn. Dat kunnen zijn: symptomen van een aandoening, functioneren (klinisch, interpersoonlijk, relationeel, sociaal, maatschappelijk of persoonlijk), kwaliteit van leven en recent zijn daar nog aanvullende concepten bij aangedragen vanuit de positieve gezondheidsbeweging en de positieve psychologie. Een andere met ROM te meten aspect is hoe de cliënt op de behandeling terugkijkt: tevredenheid met de bejegening, beschikbaarheid van de behandelaar, in hoeverre de cliënt zich bij de besluitvorming in de behandeling betrokken voelde, tevredenheid met de uitkomst.
Bronnen voor instrumenten:
Er is een (enigszins gedateerd) themanummer in het Tijdschrift voor Psychiatrie. De NVvP heeft in 2012 een ROM-handreiking voor de psychiater geschreven.
De Commissie Test Aangelegenheden Nederland (COTAN ) is een commissie van het Nederlands Instituut van Psychologie (NIP) die meetinstrumenten (tests, toetsen en vragenlijsten) beoordeeld. Er is een online catalogus, waar men kan zoeken op naam of acroniem van een vragenlijst of per te meten concept (meetpretentie) en men kan zich abonneren voor toegang tot meer gedetailleerde informatie.
Meer lezen over te meten concepten
- Heroverweeg uw opvatting van het begrip ‘gezondheid’ (2016, Nederlands Tijdschrift voor de Geneeskunde)
- How should we define health?
- Manual for WHO disability assessment schedule WHODAS 2.0 (2010: World Health Organization)
- Positive psychotherapy (2006, American Psychologist)
- Het meten van de algemene gezondheidstoestand met de RAND-36, een handleiding (1993)
> verbetering en herstel
Een verschilscore op een vragenlijst is een nogal abstracte maat om het behandelresultaat in uit te drukken. Klinisch aansprekender zijn termen als ‘responder’, ‘klinisch relevante verbetering’ of ‘herstel’. Daarom hebben Jacobson en collega’s een methode ontwikkeld waarmee verschilscores kunnen worden uitgedrukt in statistische betrouwbare verandering of niet (verbetering of verslechtering die we niet hoeven toe te schrijven aan meetfouten, m.a.w. een voldoende signaal dat de ruis overstemt). Wordt er van Delta-T gebruik gemaakt, dan wordt er bij meer dan 5 punten verandering gesproken van statistische betrouwbare verandering.
Wanneer de score van de cliënt ook nog verschuift van ‘disfunctioneel’ naar ‘functioneel’, spreken we van herstel. Dit geeft een categorisering in vijf groepen: ‘hersteld’, ‘verbeterd’, ‘onveranderd’, ‘verslechterd’, en ‘teruggevallen’. Omdat de laatste twee categorieën vaak klein zijn in de ggz worden ze vaak samengenomen in één categorie (‘verslechterd’).
Meer over verbetering en herstel
- Meetresultaten interpreteren in de klinische psychologie. Een aantal voorstellen (2019, De Psycholoog - inloggen vereist)
- Treatment results for severe psychiatric illness: which method is best suited to denote the outcome of mental health care? (2018, BMC Psychiatry)
- Denoting treatment outcome in child and adolescent psychiatry: a comparison of continuous and categorical outcomes (2015, European Child and Adolescent Psychiatry)
- Methods for defining and determining the clinical significance of treatment effects: Description, application, and alternatives (1999, Journal of Consulting and Clinical Psychology)
> soorten instrumenten
Meetinstrumenten komen in diverse soorten en maten. Er zijn zelf-rapportage meetinstrumenten die door de client worden ingevuld, zoals de OQ-45, de BSI en de SQ-48 en er zijn beoordelingsschalen zoals de HoNOS of de BPRS die door de behandelaar of door een onafhankelijke beoordelaar worden ingevuld over de client (soms op basis van een interview zoals de MATE).
Meer lezen over deze instrumenten
- Evaluating the Responsiveness to Therapeutic Change with Routine Outcome Monitoring: A Comparison of the Symptom Questionnaire-48 (SQ-48) with the Brief Symptom Inventory (BSI) and the Outcome Questionnaire-45 (OQ-45) (2017, Clinical Psychology & Psychotherapy)
- Development and validation of the 48-item Symptom Questionnaire (SQ-48) in patients with depressive, anxiety and somatoform disorders (2012, Psychiatry Research)
- MATE 2.1. Handleiding & protocol
- The Outcome Questionnaire (OQ-45) in a Dutch population: A cross-cultural validation (2007, Clinical Psychology & Psychotherapy)
- De Outcome Questionnaire (OQ-45): een meetinstrument voor meer dan alleen psychische klachten (2005, De Psycholoog)
- Psychometric measures of individual change: an empirical comparison with the Brief Psychiatric Rating Scale (2000, Acta Psychiatrica Scandinavica)
- De Health of the Nation Outcome Scales (HONOS) als instrument voor 'routine outcome assessment' (2004, Tijdschrift voor Psychiatrie)
> generiek of diagnose specifiek
Een ander onderscheid dat veelgemaakt wordt bij meetinstrumenten is generiek vs. diagnose specifiek. Voorbeelden van diagnose specifieke zelfrapportage meetinstrumenten zijn voor depressie de IDS-SF en de BDI-II, voor paniekstoornis de POL; voor Posttraumatische stressstoornis de PCL-5; voor eetstoornissen de EDE-Q , voor persoonlijkheidsstoornissen de SIPP.
Voorbeelden van diagnose specifieke beoordelingsschalen zijn: voor depressie de HDRS, voor sociale fobie de LSAS, voor de Obsessief-Compulsieve stoornis de Y-BOCS.
Sommige meetinstrumenten zijn noch generiek, noch diagnose specifiek, maar zitten er tussenin (zorgcluster specifiek). Voorbeelden voor Common Mental Disorders (depressie en angst- en somatoforme stoornissen) zijn de MASQ-30 en de DASS, de CORE-OM en de KKL. Een voorbeeld van een zorgcluster specifieke beoordelingsschaal voor verslaving is de eerder genoemden MATE.
Meer lezen over generiek of diagnose specifiek
- Comparative responsiveness of generic versus disorder-specific instruments for depression: An assessment in three longitudinal datasets (2019, Depression and Anxiety)
- Measuring treatment outcome in patients with anxiety disorders: A comparison of the responsiveness of generic and disorder-specific instruments (2019, Journal of Anxiety Disorders)
- Het meten van verandering tijdens behandeling voor eetstoornissen: Een vergelijking van twee algemene en specifieke vragenlijsten (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Routine outcome monitoring bij de behandeling van angststoornissen: diagnosespecifieke versus generieke meetinstrumenten (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
> PROMs en PREMs
In Value Based Health Care worden behandeluitkomsten PROMs genoemd: Patient Related Outcome Measures. Een daarnaast te meten aspect is hoe de cliënt op de behandeling terugkijkt: tevredenheid met de bejegening, in hoeverre de cliënt zich bij het besluitvorming in de behandeling betrokken voelde (samen beslissen), de uitvoering van de behandeling en tevredenheid met de uitkomst. Die worden PREMs genoemd: Patient Related Experience Measures.
In de Nederlandse GGZ wordt hiervoor de verkorte Consumer Quality Index (CQI) gebruikt, een zelf-rapportage vragenlijst met 15 of 21 items (er zijn verschillende versies voor ambulante en klinische behandeling). De vragenlijst wordt ingevuld na afsluiting van de behandeling. De website van de stichting Kwaliteit in Basis GGZ (KIBG) biedt de laatste versie van de CQI uit 2017.
Meer over PROMs en PREMs
> nieuwe ontwikkelingen
Nieuwe ontwikkeling zijn de ontwikkeling van meetinstrumenten die zijn geïnspireerd op het gedachtegoed van de herstelbeweging: de Integrale Herstelschaal en de I.ROC.
CAT staat voor Computer Adaptief Testen en houdt in dat bij een computergestuurde afname van een vragenlijst door een algoritme wordt bepaald wat de meest passende vervolgvraag is gezien de eerdere antwoorden. Zo kan met een korte vragenlijst toch een zeer betrouwbare inschatting van de ernst van bijvoorbeeld een depressieve stoornis worden vastgesteld. Er zijn inmiddels CAT’s voor Depressie en Angst en voor Functioneren is een CAT in ontwikkeling.
Een ander recent door de Universiteit van York ontwikkeld meetinstrument is de REQOL. De psychometrische kenmerken van de Nederlandse versie worden onderzocht.
Meer lezen over ontwikkelingen instrumenten
- Leveraging the Power of Nondisruptive Technologies to Optimize Mental Health Treatment: Case Study (2020, JMIR Ment Health)
- Recovering Quality of Life (ReQoL): a new generic self-reported outcome measure for use with people experiencing mental health difficulties (2018, The British Journal of Psychiatry)
- De toekomst van ROM: computergestuurd adaptief testen (2017, Tijdschrift voor Psychiatrie)
- Computer Adaptief Testen Moderne meettechniek voor uitkomstmaten (2017, PsyXpert)
Initiatieven in Nederland
RoQua is geïnitieerd door het Rob Giel Onderzoekcentrum (RGOc) , een samenwerkingsverband tussen de afdeling psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen en GGZ instellingen in Groningen, Friesland en Drenthe: Lentis, GGZ-Friesland en GGZ -Drenthe. RoQua biedt ondersteuning met ROM-software en ook andere GGZ instellingen gebruiken de software van RoQua. zoals GGZ-Centraal, , Accare, GGZ-Oost Brabant en GGZ-Westelijk Noord-Brabant. Het centrum doet onderzoek naar nieuwe meetmethoden en vormen van feedback aan behandelaars en patiënten.
SynQuest is een in 2008 opgericht samenwerkingsverband van 10 GGZ instellingen Breburg, Delfland, Dimense, Emergis, Ingeest, Mondriaan, Noord-Holland Noord, Reinier van Arkel, Rivierduinen en Yulius, die allemaal dezelfde software gebruiken voor ROM. Jaarlijks organiseren zij een bijeenkomst in Utrecht waar men elkaar informeert over succesvolle ROM-ontwikkelingen en onderzoeksresultaten met elkaar deelt.
Actieplatform Herstel voor Iedereen is een samenwerkingsverband van bestuurders, behandelaars, onderzoekers en ervaringsdeskundigen gericht op het herstel van patiënten met Ernstige Psychiatrische Aandoeningen (EPA). Het actieplatform Herstel voor Iedereen! wordt ondersteund door Kenniscentrum Phrenos in samenwerking met het Trimbos-instituut. Informatie over de monitoring van herstel is hier te vinden.
Volante is een initiatief van Dimence, GGZ-Eindhoven, GGZ-Noord-Holland Noord en Lentis met de ambitie om waarde gerichte zorg vorm te geven in de GGZ, door te streven naar betekenisvolle uitkomsten voor de patiënt.
Controverse ROM/benchmarken
Benchmarken op basis van ROM-gegevens raakte in 2017 in controversieel vaarwater door de al dan niet gegronde vrees in het GGZ veld dat de financiers van de zorg (zorgverzekeraars) dat op basis van geaggregeerde ROM-gegevens voorbarige conclusies zullen trekken en ten onrechte bonus/malus regelingen zullen baseren op gegevens waarvan de validiteit nog niet vaststond.
Stichting Benchmark GGZ (SBG) werd opgericht door Zorgverzekeraars Nederland, GGZ Nederland en MIND om landelijke ROM-gegevens te verzamelen en de data om te zetten in informatie over behandeluitkomsten die voor alle belanghebbenden toegankelijk zouden zijn. Er werden afspraken gemaakt met het veld over welke gegevens aangeleverd zouden worden en waar deze aan moesten voldoen om bruikbare informatie op te leveren. Data werden verzameld vanaf 2011 en gestaag groeide de aanlevering met 10% ROM-response per jaar totdat begin 2017 90% van de zorgaanbieders gemiddeld bijna 50% van hun behandelingen met meetgegevens aanleverden. De nadruk op het aanleveren van gegevens bij SBG bracht echter het primaire doel van ROM, de behandeling ondersteunen met meetgegevens, in het gedrang. In het voorjaar van 2017 stokte de aanlevering na aanhoudende discussie in het veld over de zeggingskracht en bruikbaarheid van de geaggregeerde ROM-gegevens en ongerustheid over de privacy van patiënten. SBG is eind 2018 opgeheven, maar een deel van de activiteiten van SBG worden voortgezet door Akwa GGZ.
Meer over de controverse
Actuele ontwikkelingen
Akwa GGZ is de voortzetting van het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling en Stichting Benchmark GGZ. Doel is:
(1) verdere ontwikkeling van de zorgstandaarden, met daarin opgenomen de behandelrichtlijnen, en
(2) doorontwikkeling ROM, waarin toepassing van betere meetinstrumenten (stoornisspecifiek en breder dan alleen symptomatologie) en frequenter meten wordt nagestreefd.
ROM moet zo betere en bruikbare informatie opleveren ter ondersteuning van gezamenlijke besluitvorming van patiënt, zijn of haar naasten en de behandelaar over de koers van de behandeling. In de loop van 2019 worden met patiënten, hun naasten en professionals kwaliteitsindicatoren geselecteerd en wordt vastgesteld welke meetinstrumenten daarvoor kunnen worden gebruikt.
Meer over de actuele ontwikkelingen
Praktische informatie/software
Er zijn diverse software programma’s om ROM en feedback van geaggregeerde te ondersteunen. Deze programma's omvatten doorgaans een bibliotheek met zelf-rapportage meetinstrumenten en beoordelingsschalen. Ze bieden de mogelijkheid om via email vragenlijsten toe te sturen aan cliënten (vaak met een meegestuurde link die toegang biedt tot de webbased software en de vragenlijst aan de client aanbied). Verder kunnen de meetresultaten beheerd worden en kunnen ze geïntegreerd worden met het Elektronische Patiënten Dossier. De software rapporteert over de meetresultaten in grafiek en tabel. De programma’s worden ter beschikking gesteld voor een jaarlijks abonnement en/of een prijs per meting en daarnaast kunnen kosten voor gebruik van sommige vragenlijsten worden doorberekend.
- How Are Information and Communication Technologies Supporting Routine Outcome Monitoring and Measurement-Based Care in Psychotherapy? A Systematic Review (2020, International Journal of Environmental Research and Public Health)
Overzichtsartikel over het gebruik van ICT oplossingen voor ROM metingen en feedback.
Video's/voorlichtingsfimpljes van software-aanbieders
- Vital Health/QuestManager – voorlichtingsfilm over ROM (3 minuten)
- NetQ HealthCare – voorlichtingsfilm ROM (3 minuten)
- TelePsy – voorlichting over hun applicatie (50 minuten):